Loopgroep Prinsenbeek




Hoofdmenu
Adverteerders















Info loopgroep
Doelstelling
Trainingen
Veiligheid/Calamiteiten
Gedragscode
Links
Archief

Nieuws
Uitslagen wedstrijden
Hardloopkalender.nl
Loopagenda Piet van Nat
Fotoboek

Contact
Contactadres
Lid worden
Contributie
Lidmaatschap opzeggen
Verhuisbericht
Adverteerders

  

Veiligheidsregelement

Veilig lopen tijdens de trainingen. Het spreekt voor zich zelf dat de trainer hierin een belangrijke rol vervult. Hierna volgen enkele belangrijke regels en tips waarvoor bij herhaling aandacht gevraagd wordt.

Tijdens het lopen in een groep loopt niemand alleen. Wanneer er toch iemand onverhoopt achter blijft, is een ieder die dit merkt gehouden dit bij de trainer te melden. De trainer zorgt er dan voor dat de hele groep weer bij elkaar komt.

Samen uit, samen thuis. D.w.z. de groep die samen vertrekt voor het lopen van een bepaalde afstand of tijd komt ook weer samen terug. Weet met hoeveel mensen je vertrekt. Maak de afspraak steeds een stukje terug te lopen om eventuele achterblijvers op te halen.

Wanneer er sprake is van bloktraining keren de snelste deelnemers aan de training na het blokje weer terug zodat de groep weer compleet verder gaat.

Wanneer iemand onverhoopt geblesseerd raakt tijdens de training of zich niet lekker voelt, zorgt de trainer voor hulp. Hij geeft de groep nadere instructies en wijst eventueel een vervanger aan. Niemand loopt alleen terug.

De trainer bepaalt waar op de weg of fietspad (links of rechts), afhankelijk van de situatie wordt gelopen. Wanneer geen fiets– of wandelpad aanwezig is, wordt er links gelopen.

Alle lopers zorgen in het donkere jaargetijde voor voldoende zichtbaarheid in de vorm van reflecterende hesjes en/of ander lichtgevend materiaal.

De lopers waarschuwen elkaar voor verkeers- en andere obstakels.

Lopen bij diverse weersomstandigheden:

Bij warm weer, bv. boven de 30°C, wordt de training aangepast voor wat betreft lengte en snelheid. Neem voldoende drinken mee. Het laat natuurlijk een ieder vrij om bij extreme omstandigheden een training over te slaan.

Bij koud weer, bv. lager dan 12°C, is het verstandig om armen en benen te beschermen tegen de kou: dus shirt met lange mouwen en lange broek. Bij winterse omstandigheden wordt de kleding in twee of meer lagen gedragen eventueel met muts en handschoenen.

Bij dreigend onweer wordt alleen gelopen in de directe omgeving van het vertrekpunt. Het is ter beoordeling aan de trainer of de training wordt afgelast of onderbroken. Hij houdt hierbij terdege rekening met de wensen en gevoelens van de lopers in zijn of haar groep.

In geval van sneeuwval wordt er normaal getraind. De trainer zoek een plaats die redelijk bruikbaar is voor de geplande training bv. de fietspaden. Deze worden vaak gestrooid. Eventueel past hij de training aan.

Bij mist opletten op een goede zichtbaarheid. Preventief lopen t.o.v. andere weggebruikers.

Calamiteiten tijdens de training

Waar lopers wekelijks actief zijn, kunnen calamiteiten niet worden uitgesloten.

Van calamiteiten kan worden gesproken in situaties waarbij hulp van buitenaf zoals medische hulp, ambulancevervoer en/of politieassistentie noodzakelijk is.

De graad van calamiteit kan variëren van minder urgent bijv. fractuur tot hoogst urgent zoals bij hartstilstand, wanneer elke seconde telt. De eerst verantwoordelijke in de groep is de trainer. Het is van groot belang dat hij of zij op de hoogte is van eventueel aanwezige medische kennis in de groep. Voorts dient bekend te zijn wie in bezit is van een EHBO-diploma en/of reanimatie certificaat. Het is wenselijk dit op de ledenlijst per groep te vermelden. Wanneer in een groep medisch deskundigen aanwezig zijn nemen zij het initiatief bij het praktische deel van de hulpverlening.

Start hulpverlening: in geval van een acute hartstilstand moet direct met reanimatie worden begonnen. Gezien de relatief lange tijd die kan verstrijken tussen het optreden van de calamiteit en het moment waarop de ambulance arriveert, is het raadzaam dat meerdere helpers elkaar aflossen.


Waarschuwen hulpdiensten: tegelijk met het starten van de hulpverlening moeten de hulpdiensten worden gewaarschuwd. Hiertoe dient iedere trainer een mobiele telefoon bij zich te dragen. Hij roept het alarmnummer 112 op. Het is dan van grootste belang om de aard van de calamiteit en de plaatsvermelding zeer nauwkeurig door te geven. Wanneer de calamiteit zich voordoet op een plaats waar de hulpdiensten niet of moeilijk kunnen komen, dient duidelijk aangegeven te worden waar de ambulance opgewacht wordt om deze naar de plaats van de calamiteit te begeleiden. Bij minder ernstige calamiteit waarbij geen ambulancevervoer nodig is wordt er aan het thuis front gevraagd om naar de opgegeven plek te komen met een auto om zijn of haar op te halen.


Overige lopers: wie niet bij de hulpverlening nodig is of zich op andere wijze dienstbaar kan maken gaat terug. Een van hen zorgt er zo snel mogelijk voor dat de familie geïnformeerd kan worden.


Begeleiden naar het ziekenhuis: wanneer de getroffene naar een ziekenhuis moet worden vervoerd gaat een der helpers die achtergebleven is mee. Hij of zij blijft in het ziekenhuis zolang aanwezigheid daar gewenst is, maat in ieder geval tot familieleden van het slachtoffer zijn gearriveerd. Indien de familieleden dit wensen informeert de begeleider hen over wat er is gebeurt. Voor het vertrek naar het ziekenhuis wordt afgesproken of de begeleider opgehaald moet worden van het ziekenhuis, of er iemand gewaarschuwd moet worden en of zij fiets of auto moet worden opgehaald.



 
Copyright 2012:
Loopgroep Prinsenbeek
Webmaster: Bram van der Eerden